woensdag 15 juni 2011

Haringpraatjes

Bron: Volkskrant

Zijn ze lekker?' vroeg ik aan de visvrouw. Het betrof hier de nieuwe haring, gisteren voor het eerst te koop.

'Nou mevrouw, m'n man heeft er al víjf op...' glimlachte ze. Het was hem aan te zien. Glimlachend met half dichtgeknepen ogen, als een goed doorvoede kater, stond hij mijn haring in mootjes te snijden. Buiten scheen een bescheiden zonnetje.

'Geef mij ook maar zo'n lekker visje. Op zo'n lekker zacht broodje', zei een Surinaamse vrouw naast me. Ze was schommelig dik, voorzien van een ruime portie gouden sieraden, en keek al net zo tevreden als de visboer.


De haring was inderdaad lekker. Koel, stevig, goed vet en niet te zout. Over de vraag 'met of zonder uitjes?' kan men lang en vruchteloos twisten, net als over 'pijnloos bevallen, ja of nee?' en 'Wat vindt u nou van hoofddoekjes?' waarop het antwoord in alle gevallen dient te luiden: 'dat is ieders vrije keus, of zou dat althans moeten zijn'.

Zelf ben ik toevallig dol op gesnipperde rauwe ui: ik zou het zowat overal wel op strooien, als je er niet zo van uit je bek ging stinken. Ook versgemalen zwarte peper is trouwens heerlijk op een haring, maar om nou met die gigantische pepermolen naar de viskraam te lopen, nee, dat lijkt me meer iets voor Johannes van Dam.

'Hij is heerlijk, lekker stevig' zei de Surinaamse. 'De visvrouw knikte. ' Sommige mensen hebben hem liever wat zachter, maar andere hebben hem liever wat harder'. Zo is het. 'En de één wil hem in stukjes hebben, en de ander eet hem liever van de staart', ging ze voort. 'Zo van de staart, dan zit je wél de rest van de dag met die vislucht aan je handen. Nou ja, ik heb natuurlijk altíjd vis aan m'n handen. Maar u begrijpt wat ik bedoel.'

Als om haar betoog te illustreren zat op het bankje voor de deur een meisje van een jaar of twee op háár manier van de nieuwe haring te genieten: ze hapte de mootjes vis niet van het door haar moeder voorgehouden prikkertje, maar griste ze met beide handjes van het kartonnen schaaltje en propte ze achter elkaar in haar mond. Het ronde hoofdje glom van het vet, en de uisnippers ontsierden haar schattige kraagje.

'Hè, Mona...', zuchtte de moeder. Maar ze keek toch trots naar het kind, dat in vervoering zat te kauwen. Moeders zijn altijd trots als hun kinderen graag haring eten, of olijven, of stinkkaas.

'Doe mij d'r drie, maar niet snijen' zei de volgende klant, een rijzige, knap gebleven man van tegen de zeventig. Een beschaafde, goed geklede verschijning, maar hij praatte nogal plat: het voorrecht van écht sjieke lui, die het immers niets kan schelen wat men van ze denkt.

'Inpakken?' vroeg de visvrouw. 'Opeten', verordonneerde de man. En ja hoor, daar liet hij de eerste haring al in zijn strot zakken. Hij hapte, kauwde en slikte snel en doelmatig, maar op zijn gezicht viel geen oordeel waar te nemen.

'Lekker?' vroeg de visvrouw, toen hij de derde had verzwolgen.

'Gewoon. Haring.' vonniste de man. ' Geef me er nog maar een'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten